Tot uw dienst...
Het gezin van Gellekom…
Opgegroeid in een gezin waar vrijheid en discipline hand in hand gingen, werd ik al vroeg gevormd door de dynamiek tussen mijn strenge, rechtvaardige en ook zeer verzorgende moeder en mijn lieve, energieke vader. Mijn moeder, vol kennis en vastbesloten in haar overtuigingen, gaf ons het vertrouwen om te dromen, maar leerde ons ook het belang van hard werken en verantwoordelijkheid. Mijn vader, een man met een ongelooflijke technische kennis en creativiteit, gaf me de energie om verder te denken, buiten de gebaande paden. Wij konden gewoon ergens aan beginnen wat onmogelijk leek… Pa loste het dan, wel vaak met tegenzin :-p toch weer op. Waar mijn moeder de strikte regels hanteerde, gaf ze ons altijd de ruimte om buiten de lijntjes te kleuren, zolang we maar niet vergaten de lijnen af en toe weer op te zoeken.
Met een jongere broer, een zus, neven, nichten en vrienden die altijd in de buurt waren, zij woonden toen in het pand tegenover ons waar Ingeborg en Ik nu in wonen. Onze straat, de Soesterweg was de plek van avontuur en onbevangenheid. Na schooltijd waren we nooit binnen te vinden. We voetbalden op het veldje naast de pompen, speelden in de sloopauto’s en ontdekten elk hoekje van de buurt, ondanks de boze buurman die niet van onze stoeprandspelletjes hield. Het was een tijd van vrijheid, van spelen tot de zon onderging, maar ook van de kleine confrontaties die ons leerden omgaan met grenzen…
Later met vrienden zoals Leendert, Mady en Michael, die vaak bij ons over de vloer kwamen voor thee en koekjes bij Ma, heb ik talloze uren gelachen en genoten. Toch was er ook ruimte voor rust en reflectie. Op mijn zolderkamer vond ik die stilte, waar ik me terugtrok met mijn gedachten, ideeën en soms een poging tot muziek maken met LTS vriend Michel. Wat begon als een uitlaatklep, werd later een innerlijke gewoonte… zelfstandig denken, iets uitproberen, volhouden. En ook vooral durven falen… Op de LTS had ik alle technieken doorlopen en afgerond, thuis wilde ik mijn eigen kleding maken. Mijn moeder een goede coupeuse leerde mij patronen maken en het in elkaar zetten op de naaimachine. Net zoals ze mij haar kookkunsten aanleerde.
Naast de zoektocht naar wat ik kon en wilde, liep er ook een stille lijn van zoeken naar wie ik was. In mijn omgeving, familie, ooms, maar ook werknemers van mijn ouders gingen sommigen er vanzelfsprekend van uit dat ik homo zou worden en spraken dat uit. Overigens zonder waardeoordeel! Niet omdat ik daar iets over zei, maar omdat ik niet voldeed aan het stereotype van een jongen. Ik verkleedde me thuis soms in de kleding van mijn moeder, leerde naaien en had weinig met het fanatieke sportgedrag en praten over auto’s waarmee anderen hun mannelijkheid wilden bewijzen. Met mijn jonge, wat androgene uiterlijk kwam het regelmatig voor dat mensen vroegen… “Ben je een jongen of een meisje?”
Ik werd op de Basisschool er wel om gepest, sloot ook beter aan bij de meiden. Nu nog heb ik meer en closer vriendinnen dan vrienden.
Niet omdat ik daar iets over zei, maar omdat ik niet voldeed aan het stereotype van een jongen.
Zelf heb ik nooit getwijfeld aan wie ik was, maar het maakte me wél onzeker. Niet over mijn geaardheid, maar over de ruimte die er was om gewoon mezelf te zijn. Die verwarring van anderen (k)raakte me, omdat ze iets van mij wilden benoemen waar ik zelf nog helemaal niet mee bezig wilde zijn. Toch is het uiteindelijk goed gekomen, juist dankzij die vroege ervaringen. ben ik er rijker uitgekomen. Met een dieper begrip van wat het betekent om je eigen weg te mogen zoeken. Identiteit is geen hokje, maar een wereld. Geen rechte lijn, maar een verhaal in ontwikkeling en juist die ontwikkeling ben ik gaan liefhebben.
Ik heb mijn leven lang niet ergens bij willen horen, eerst dacht ik dat het mij overkwam, later leerde ik dat het een eigen keuze was…
Teamsporten en fanatiek sporten waren niet echt mijn ding #Dus. Maar mijn familie en vrienden deden mee aan tweewekelijkse trimavonden, een gezellige discipline. Ik verlegde mijn grenzen, leerde wat het betekent om pijn te voelen en door te zetten, en voelde hoe trots kon groeien uit inspanning. Uiteindelijk liep ik zelfs enkele halve marathons, een paar hele en een kwart triatlon vond ik best een serieuze prestatie op mijn 16e/17e. Ook met Michel trainde ik later jarenlang in de Body Building Club van Boersma, waar we vooral spierballen kweekten in de hoop indruk te maken op de meisjes. Mijn handicap arm werd hierin een last maar ook een venijnige drijfveer. Teamsporten waren niet mijn ding…
Waar we vooral spierballen kweekten in de hoop indruk te maken op de meisjes.
Wat de basis van mijn opvoeding zo krachtig maakte, was die balans en veiligheid die mijn ouders boden. Ze leerden me dat vrijheid pas waarde krijgt als je hem weet te benutten. Dat je dromen hebt, maar ook de plicht om ze zelf waar te maken. Niet door te wachten, maar door op te staan. Opleiding, zelfdiscipline en een flinke dosis doorzettingsvermogen waren vanzelfsprekende ingrediënten. En dat gold niet alleen voor school, maar voor elk facet van het leven.
Die les… dat je ergens voor moet werken, dat zelfstandigheid iets is dat je zelf ontwikkelt, is altijd bij me gebleven. Wat ik later ook ondernam, of het nu ging om het opbouwen van een eigen huis, het starten van ondernemingen, projecten of het ondersteunen van anderen… ik wist dat ik op mezelf moest kunnen vertrouwen.
Niemand anders doet het voor je, maar als je zelf iets opbouwt, voelt het ook echt van jezelf en dat maakt trots.
Onze opvoeding was redelijk streng, maar nooit verstikkend. Mijn ouders gaven ons de ruimte om te groeien, maar leerden ons ook dat het niet gaat om waar je vandaan komt, maar om wat je ermee doet. Die innerlijke drive om verantwoordelijkheid te nemen, om kansen te zien en te benutten, vormde het fundament van mijn zelfstandigheid en ondernemerschap. Niet wachten tot het perfect is, maar beginnen.
Ergens aan beginnen wat onmogelijk lijkt… en onderweg ontdekken dat het wél kan, het is zo’n mooie reis!
Dat is wat ik heb meegenomen uit mijn jeugd… de kunst van zelf denken, durven doen en altijd blijven leren.
Tot slot toch ook de Eenzaamheid die er was er in een periode…
Toch was het niet allemaal avontuur, ontdekking en groei. In de puberteit kwam er een periode waarin ik me vaak alleen voelde. Mijn ouders werkten keihard voor de zaak en het gezin en dat ondernemerschap bracht naast vrijheid ook spanningen met zich mee. Ruzies sluimerden regelmatig door het huis, ik hoorde ze boven zittend aan de trap, Mijn broer had in die jaren veel zorg nodig, mijn zus vroeg om aandacht alsof haar leven ervan afhing, en ergens daartussen zat ik onopvallend, zelfstandig, ‘redt zich wel’.
Mijn zolderkamer werd mijn toevlucht. Daar was het stil. Daar hoefde niets. De muziek vulde de ruimte die gesprekken soms niet konden opvangen. “Boys Don’t Cry” van The Cure draaide vaak. Een lied dat voelde als een spiegel, want mijn moeder zei net iets te vaak “Een kerel huilt niet.” Dus huilde ik niet.
Achter dat zwijgen bouwde ik een wereld op waarin ik mezelf overeind hield. Niet omdat het moest van anderen, maar omdat ik voelde dat ik het kon. Die eenzaamheid was niet alleen een gemis, het was ook een leerschool. Ik leerde mezelf dragen, dromen koesteren zonder bevestiging, en kracht halen uit stilte. En al voelde ik me soms onzichtbaar, het was juist daar dat ik begon te zien wie ik werkelijk was. Niet degene die zich aanpaste, maar degene die overeind bleef als zichzelf, ook zonder publiek.
Juist daar ben ik ongekend sensitief geworden vermoed ik. Die eenzaamheid van toen heeft mijn voelsprieten gescherpt. Al mijn hele leven sla ik aan op met name jongeren die zich verloren voelen, die niet worden gezien, die zoeken naar houvast, ik voel ze feilloos aan. Niet als buitenstaander, maar als iemand die het herkent in zijn vezels. Dat is misschien wel mijn grootste rijkdom geworden. Want juist door die gevoeligheid heb ik werk kunnen doen dat verder ging dan de commercie, werk waarin ik werkelijk iets kon betekenen voor anderen. En daar ben ik dankbaar voor. Want wie ooit alleen is geweest, weet hoe kostbaar het is als iemand echt naast je komt staan…
Bernard