Tot uw dienst...
De mens is er voor de politiek – maar is de politiek er nog voor de mens?
De mens is er onmiskenbaar voor de politiek. We stemmen, we gehoorzamen, we werken mee. We volgen wetten die we niet zelf hebben opgesteld, leven in systemen die we grotendeels hebben geërfd en dragen met ons gedrag, onze arbeid en ons moreel besef bij aan het in stand houden van de samenleving.
Maar mogen we nog verwachten dat diezelfde politiek er ook voor ons is?
In tijden van groeiende afstand tussen burger en bestuur rijst de vraag of de wederkerigheid, ooit de ruggengraat van het sociaal contract, nog wel bestaat. Is de politiek nog dienstbaar aan het welzijn van mensen… of is zij inmiddels een doel op zichzelf geworden?
De representatieve paradox
Het ideaal van de representatieve democratie rust op vertrouwen. Vertrouwen dat gekozen vertegenwoordigers handelen in het belang van degenen die zij vertegenwoordigen. Maar dat vertrouwen staat onder druk. Politieke besluitvorming speelt zich steeds vaker af in besloten werelden, ver weg van het dagelijks leven van burgers. Procedures, akkoorden, lobby’s en compromisvorming creëren een mist waarin intenties vervagen en verantwoordelijkheden verschuiven… van het menselijk naar systeemdenken.
Waar mensen snakken naar rechtvaardigheid, helderheid en nabijheid, biedt de politiek steeds vaker abstractie, uitstel en afstand. Burgers voelen zich gretig gehoord en gebruikt om hun stem tijdens verkiezingen, maar lijken daarna systematisch genegeerd zodra de macht verdeeld is. Bestuurders verschuilen zich achter coalitieakkoorden, programmalijnen en overleggen met belangenbehartigers. Niet omdat het schreeuwt, maar omdat het het geloof vergiftigt dat verandering nog mogelijk is.
Dat voedt cynisme en cynisme is het cyanide van de democratie.
De pijn: tekenen bij het kruisje of verdampen
De huidige werkelijkheid is er een van voorwaardelijkheid. Je moet meewerken om mee te mogen doen. Niet meedenken, niet meevoelen maar meebuigen, volgens het systeem. Wie daarin aarzelt of ruimte vraagt voor nuance, wordt gewantrouwd, buitengesloten of gemarginaliseerd.
Wat begon als een zoektocht naar steun eindigt steeds vaker in een strijd om bestaansrecht. Burgers worden geconfronteerd met formulieren, portalen, vinkjes en wachttermijnen…
Tot ze tekenen bij het kruisje, of stilletjes afhaken.
Het systeem: afstand als automatisme
In naam van efficiëntie en controle heeft de politiek zichzelf onderworpen aan systemen die de mens als obstakel zijn gaan zien. Wat niet past in het sjabloon, wordt onzichtbaar. Wat niet te verantwoorden is op papier, bestaat niet. En wie niet meebuigt, wordt al snel als lastig, radicaal of zelfs als risico gezien…
Zo ontstaat systeemblindheid… de staat functioneert, maar de mens eronder lijdt. En wat er aan de oppervlakte nog werkt, verbergt een diepere uitholling van vertrouwen, menselijkheid en wederzijds begrip.
Als we niet oppassen, houden we straks een systeem over dat klopt op papier, maar waarin het individu zich vervreemd en verloren weet.
Machtsmisbruik: subtiel, maar destructief
Te midden van deze systemische vervreemding is er nog een gevaarlijker dynamiek zichtbaar geworden, het misbruik van macht. Bestuurders en beleidsmakers maken soms gebruik van hun positie, of zelfs hun persoonlijke status.. om afwijkende geluiden in diskrediet te brengen. Kritische burgers worden weggezet als lastig, als verward, als onveilig, of als bedreiging voor het proces. Niet vanwege wat ze doen, maar vanwege wie ze zijn of wat ze symboliseren…
Deze vorm van subtiel machtsmisbruik is vaak niet direct zichtbaar, maar werkt onderhuids destructief. Het beschadigt mensen, ondermijnt hun geloof in rechtvaardigheid en vergiftigt het publieke debat. Macht moet dienen, niet dwingen. En elke vorm van persoonlijke afrekening in de schaduw van bestuurlijke verantwoordelijkheid is een aantasting van de democratische orde…
Waar macht niet meer dient maar stuurt, verstomt het vrije woord en krijgt onrecht vrij spel.
De vergeten kern: dienstbaarheid
Politiek zou in essentie zorg moeten zijn. Zorg voor de gemeenschap. Niet als retoriek, maar als praktijk. Niet als machtsspel, maar als morele verantwoordelijkheid. De inrichting van onze samenleving zou moeten draaien om het goede leven voor allen, niet om het handhaven van regels die zichzelf belangrijker zijn gaan vinden dan de mensen voor wie ze ooit bedoeld waren.
Toch zien we in de praktijk een ander beeld. Kiezers worden cijfers, burgers worden dossiers. Problemen zijn “uitdagingen” geworden en mensen in armoede heten nu “doelgroepen”. De taal verraadt de afstand.
Waar de communicatie faalt, faalt ook de verbinding.
De opdracht: menselijkheid als richting
We leven in een tijd waarin vele systemen kraken, algoritmes bepalen wie nog mee mag doen, en jongeren opgroeien in een wereld vol onzekerheid. Juist nu is er behoefte aan politiek die zich opnieuw buigt over de menselijke werkelijkheid. Niet met technocratische afstand, maar met oprechte betrokkenheid.
Dat vraagt om lef… om durven afwijken van de partijlijn, om ruimte geven aan het individu, om falen niet te verbergen maar bespreekbaar te maken. Maar bovenal vraagt het om erkenning, dat de mens geen schakel is in een bestuurlijke keten, maar het begin én einde van elk politiek handelen.
Alleen waar de mens weer centraal staat, kan beleid betekenis krijgen en politiek haar fatsoen hervinden.
De oproep: hervind de menselijke maat
Wat ontbreekt, is het fundamentele politieke gesprek… wie willen wij zijn als samenleving? Wat vinden wij rechtvaardig, wat vinden wij menswaardig? Zolang die vragen niet worden gesteld, wordt beleid een technische handeling zonder bezieling, een trucje. En zolang we het gesprek vermijden, verschraalt onze samenleving van binnenuit.
Politiek moet durven luisteren, niet om te sussen, maar om werkelijk te begrijpen. Niet om procedures in te vullen, maar om verantwoordelijkheid te nemen. Niet om zichzelf in stand te houden, maar om het samenleven te dienen.
De zogenaamde burgerparticipatie via gespreksavonden of een burgerberaad voelt bij velen aan als een trucje om je mee te krijgen in een verhaal dat toch al afgerond in de la van de wethouder ligt.
Als luisteren slechts het voorportaal is van besluitvorming die al vaststaat, verwordt participatie tot schijninspraak en voedt het cynisme in plaats van vertrouwen.
Een overdenking
Na het schrijven en herlezen van dit alles, dringt zich een ongemakkelijke gedachte bij mij op…
Misschien is deze crisis van menselijkheid en vertrouwen niet alleen een gevolg van systemen of beleid, maar ook van iets fundamentelers namelijk het verlies van gemeenschappelijkheid in denken en voelen.
De roep om diversiteit in perspectieven is terecht en noodzakelijk. Maar waar diversiteit geen bedding vindt in gedeelde waarden of wederzijds vertrouwen, ontstaat versnippering. Elk initiatief wordt dan gewogen op uniciteit in plaats van op effectiviteit. Elk voorstel raakt verstrikt in procedures, niet vanuit zorgvuldigheid, maar uit angst om iemand uit te sluiten. Mensen leggen gedachteclaims op projecten die hen niet dienen, maar die wel moeten voldoen aan hun wereldbeeld. Wat bedoeld was als verrijking, verwordt dan tot verlamming…
Dat vraagt om een ongemakkelijke maar wezenlijke correctie. Om de erkenning dat niet elk idee gelijkwaardig is in uitwerking en dat er momenten zijn waarop het noodzakelijk is om daadkracht te tonen, zelfs als dat betekent dat je mensen moet teleurstellen die hun gelijk menen te moeten halen. Niet vanuit arrogantie, maar vanuit verantwoordelijkheid. Omdat voortgang soms alleen mogelijk is als we niet ieder gevoel tot wet verheffen, maar samen durven kiezen. Voor het geheel. Voor het doel, voor het goede leven, voor zoveel mogelijk, voor iedereen…
De politiek is geen instrument om ieder individu naar wens te bedienen. Ze is een zoektocht naar evenwicht, naar richting, naar dat wat ons verbindt zonder ons gelijk te maken.
Als we dat niet (h)erkennen, rest slechts chaos in een mantel van democratie… en daar wordt niemand mee gediend.
Tot slot: de mens als kompas
Menselijkheid verdampt niet vanzelf. Ze wordt verdreven… door druk, door systemen, door angst. Er komt een moment dat mensen stoppen met vragen, omdat ze denken te weten dat niemand luistert. Dat ze tekenen uit gewoonte, of uit angst om anders alles kwijt te raken…
Dan is de mens er misschien nog wel voor de politiek… maar is de politiek niet langer herkenbaar voor de mens…
Laten we dat niet laten gebeuren.
Niet uit nostalgie.
Niet uit woede.
Maar uit liefde voor de samenleving.
Omdat politiek niets anders is dan samen beslissen hoe we samen willen leven.
#Samenleving
Bernard