Tot uw dienst...
De Afstandelijke Elite…
Hoe theoretische opgeleide bestuurders het leven niet meer begrijpen en te vaak zelf niet meer kunnen grijpen…
Er bestaat een groeiende kloof tussen theoretisch opgeleide bestuurders en de maatschappij die zij geacht worden te leiden. Niet omdat zij niet intelligent genoeg zijn, maar omdat ze gevangen zitten in een wereld van abstracte regels, juridische kaders en beleidsnota’s die meer met bestuurlijke logica dan met de werkelijkheid van alledag te maken hebben. Ze verbieden wat ze niet begrijpen en reguleren wat ze niet kunnen bevatten, in een wanhopige poging grip te houden op een wereld die steeds vloeibaarder wordt.
De Gevangenis van de Rationaliteit…
In een tijd waarin de samenleving razendsnel verandert, houden bestuurders vast aan een denkwijze die stoelt op klassieke logica en ordening. Zij leven in een wereld van wetboeken, economische modellen en risicobeheersing, terwijl de maatschappij leeft in een dynamiek van gevoelens, cultuur en spontane interacties. Alles moet passen in een systeem, een structuur en wanneer iets buiten die structuur valt, wordt het niet bestudeerd, maar veroordeeld of verboden.
De bestuurders van nu zijn meesters in beleidstaal en ambtelijke precisie, maar missen het vermogen om zich werkelijk in te leven in de mensen die hun beslissingen ondergaan. Dit leidt tot regelgeving die vooral gericht is op controle en niet op begrip. Innovatie en creativiteit worden niet gefaciliteerd, maar ingeperkt. Nieuwe vormen van samenleven, alternatieve economieën en culturele uitingen worden met wantrouwen bekeken, omdat ze niet passen in bestaande modellen.
Een Wereld van Oordelen zonder Inzicht…
Het klassieke denken waarop bestuurders zich baseren, gaat uit van objectieve waarheid en hiërarchische orde. Er is een ‘juiste’ manier om dingen te doen, en alles wat daarvan afwijkt, moet worden teruggebracht tot dat normatieve kader. Maar de wereld is geen spreadsheet, en menselijke interacties laten zich niet vangen in beleidsdocumenten…
De bestuurders oordelen zonder betrokken kennis. Ze spreken over ‘kwetsbare groepen’ zonder ooit echt in de wereld van die groepen te stappen. Ze debatteren over jongeren zonder met hen te praten. Ze stellen beleid op voor kunstenaars, terwijl ze zelden een atelier of een repetitieruimte bezoeken. Ze redeneren in termen van kosten en baten, terwijl de meeste mensen in de maatschappij keuzes maken op basis van liefde, hoop, passie en overleving.
De Angst voor het Onvoorspelbare…
Wat deze bestuurders het meest vrezen, is het ongrijpbare. Kunst die geen functie heeft, relaties die niet in een hokje passen, mensen zonder gender defenitie, een samenleving die zich niet laat voorspellen.
De wereld is vloeibaar, identiteit is meervoudig en de klassieke structuren brokkelen af en in plaats van mee te bewegen, trekken bestuurders de teugels strakker aan. Niet omdat ze kwaadaardig zijn, maar omdat ze bang zijn. Bang voor chaos, bang voor verlies van controle, bang voor een samenleving die zich niet meer laat reguleren zoals in de boeken staat…
Maar het leven laat zich niet vangen in wetten en kaders. Het beweegt, het leeft en het ontglipt. Het creëert nieuwe vormen en onverwachte wendingen.
Bestuurders die dit niet begrijpen en het leven kunnen grijpen, zullen steeds meer de aansluiting met de realiteit en het menselijke verliezen. De echte leiders van morgen zullen niet degenen zijn die regels opleggen, maar degenen die durven luisteren, leren en meebewegen.
Bernard